1. Commando Plaats Incident (CoPI)

Het Commando Plaats Incident (CoPI) is een team dat vanaf GRIP 1 ter plaatse leiding geeft bij de bestrijding van het incident ter plaatse vanaf GRIP 1. Het CoPI bepaalt de tactiek om tot een effectieve, gecoördineerde hulpverlening te komen. Dat gebeurt aan de hand van deze taken:

  • Inzetten, coördineren en aansturen van operationele eenheden die nodig zijn om het incident ter plaatse te bestrijden;
  • Verzorgen van woordvoering aan de media ter plaatse;
  • Voorbereiden op scenario’s die relevant zijn voor de ontwikkeling van het incident op korte termijn (< 4 uur).
Commando Plaats Incident (CoPI)

De samenstelling van het CoPI wordt bepaald door de leider CoPI. Het team bestaat in basis uit de volgende functionarissen, die binnen 30 minuten na alarmering starten met de werkzaamheden:

  • Leider CoPI;
  • Officier van Dienst Bevolkingszorg;
  • Officier van Dienst Brandweerzorg;
  • Officier van Dienst Geneeskundige zorg;
  • Officier van Dienst Politiezorg;
  • Communicatieadviseur CoPI (Voorlichter van Dienst);
  • Informatiemanager;
  • Geo-informatiemedewerker;
  • Naar wens en behoeften van het incident, de ramp of crisis kunnen vertegenwoordigers van crisispartners en andere betrokken partijen aansluiten.

2. Regionaal Operationeel Team 

Het Regionaal Operationeel Team (ROT) geeft leiding aan de bestrijding van de effecten van het incident, de ramp of crisis vanaf GRIP 2. Denk bijvoorbeeld aan een grote, zwarte rookwolk van een brand, die over een woonwijk en natuurgebied trekt. De standplaats van het ROT is (in principe) het Regionaal Coördinatiecentrum (RCC) in het hoofdkantoor van de veiligheidsregio in Alkmaar. Het ROT heeft de volgende taken:

  • Aansturen van de totale operationele inzet, met eventueel meerdere CoPI’s;
  • Betrekken van en afstemmen met alle betrokken partners en andere partijen;
  • Bewaken van de continuïteit van de multidisciplinaire operationele inzet;
  • Uitvoeren van een impactanalyse van het incident of (dreigende) crisis en het voorbereiden van relevante scenario’s voor de ontwikkeling daarvan;
  • Bespreken van knelpunten voor communicatie richting inwoners en andere betrokkenen in het effectgebied van het incident, de ramp of crisis;
  • Adviseren van het gemeentelijk of regionaal beleidsteam.

De samenstelling van het regionaal operationeel team (ROT) wordt bepaald door de operationeel leider. Het team bestaat in basis uit de volgende functionarissen, die binnen 30 tot 45 minuten na alarmering starten met hun werkzaamheden:

  • Operationeel Leider;
  • Algemeen Commandant Bevolkingszorg;
  • Algemeen Commandant Brandweerzorg;
  • Algemeen Commandant Geneeskundige zorg;
  • Algemeen Commandant Politiezorg;
  • Regionaal militair operationeel adviseur (RMOA);
  • Communicatieadviseur ROT;
  • Informatiemanager;
  • Verslaglegger;
  • Geo-informatiemedewerker;
  • Naar wens en behoeften van het incident, de ramp of crisis kunnen vertegenwoordigers van crisispartners en andere betrokken partijen aansluiten.

2a. Stafsecties

Als het ROT opstart, gaan ook verschillende stafsecties aan de slag op het hoofdkantoor van de veiligheidsregio in Alkmaar. Deze bestaan uit verschillende medewerkers die expertise meebrengen dankzij opleidingen en oefeningen. Zij starten met hun werkzaamheden binnen 45 tot 60 minuten na alarmering:

  • Brandweerzorg;
  • Geneeskundige zorg (GHOR);
  • Politiezorg;
  • Bevolkingszorg;
  • Crisiscommunicatie;
  • Informatiemanagement.

Iedere discipline bepaalt zelf voor welke processen de sectie wordt ingericht; passend bij de aard en omvang van het incident, de ramp of crisis.

3. Gemeentelijk Beleidsteam 

Als de effecten van een incident, ramp of crisis nog groter zijn of worden, kan een burgemeester in overleg met de Operationeel Leider van het ROT opschalen naar GRIP 3. De burgemeester wordt de voorzitter van het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT). Dit team neemt met name bestuurlijke besluiten om de effecten van het incident onder controle te krijgen. De leden van het GBT hebben als taak de burgemeester te ondersteunen door hem of haar te voorzien van (strategisch) advies. De Officier van Justitie heeft, afhankelijk van de aard van het incident, de rol van bevoegd gezag.

De samenstelling van het GBT wordt bepaald door de burgemeester. Het team bestaat in basis uit de volgende functionarissen, die binnen 60 minuten na alarmering starten met hun werkzaamheden:

  • Burgemeester;
  • Officier van Justitie;
  • Strategisch adviseur Bevolking (gemeentesecretaris);
  • Strategisch adviseur Politiezorg (eenheidsleiding politie);
  • Directeur van Dienst Veiligheidsregio (advies vanuit brandweer- en geneeskundige zorg);
  • Communicatieadviseur BT;
  • Informatiecoördinator;
  • Procesondersteuner;
  • Verslaglegger;
  • Naar wens en behoeften van het incident, de ramp of crisis kunnen vertegenwoordigers van crisispartners en andere betrokken partijen aansluiten.

4. Regionaal Beleidsteam 

Als de effecten van een incident, crisis of ramp de gemeente- en/of provinciegrenzen overstijgen, kan de voorzitter van de veiligheidsregio besluiten tot opschaling naar GRIP 4. Er wordt dan een Regionaal Beleidsteam (RBT) gevormd met leden die de voorzitter van de veiligheidsregio adviseren over de effecten en verdere, langdurige gevolgen van een incident, ramp of crisis.

De samenstelling van het RBT wordt bepaald door de voorzitter van de veiligheidsregio. Het team bestaat in basis uit de volgende functionarissen, die binnen 60 minuten na alarmering hun werkzaamheden starten:

  • Voorzitter van de veiligheidsregio;
  • Burgemeesters van alle betrokken gemeenten, of loco-burgemeester(s) met mandaat;
  • Hoofdofficier van Justitie;
  • Strategisch adviseur Bevolkingszorg (gemeentesecretaris);
  • Strategisch adviseur Politiezorg (eenheidsleiding politie);
  • Directeur van Dienst Veiligheidsregio (voor advies geneeskundige- en brandweerzorg);
  • Communicatieadviseur BT;
  • Verslaglegger;
  • Informatiecoördinator;
  • Naar wens en behoeften van het incident, de ramp of crisis kunnen vertegenwoordigers van crisispartners en andere betrokken partijen aansluiten.

De voorzitter van de veiligheidsregio neemt primair strategische besluiten in afstemming en overleg met de betrokken burgemeesters. Na afloop van het incident, de ramp of crisis brengt de voorzitter van de veiligheidsregio schriftelijk verslag uit aan de raden van de betrokken gemeenten. In het verslag staat het verloop van de gebeurtenissen beschreven en de besluiten die de voorzitter heeft genomen.