Terugkijkend was 2022 op het gebied van de vluchtelingenstromen een ‘weerbarstig jaar’, gedomineerd door ‘een uiterst ingewikkeld vraagstuk’, zegt Marjan van Kampen als het gesprek al even op gang is. “In februari/maart kregen we te maken met een grote stroom Oekraïense vluchtelingen. Niet lang daarna trokken de asielzoekerscentra aan de bel. Doordat gemeenten in het gehele land de afgesproken aantallen statushouders niet huisvestten, was er in de centra geen ruimte meer voor asielzoekers. En de stroom zwol aan en aan. Waar dat toe heeft geleid, weten we allemaal. De beelden van de situatie bij Ter Apel staan iedereen op het netvlies gebrand.”

Noord-Holland Noord heeft afgelopen jaar bepaald niet als toeschouwer langs de zijlijn gestaan, benadrukt ze. “We mogen trots zijn op onszelf, als gemeenten die de schouders eronder zetten en als veiligheidsregio die het allemaal organiseert en uitvoert. Momenteel vangen we hier meer dan vierduizend Oekraïners op, ruim duizend meer dan gevraagd. Op het gebied van statushouders hebben we in 2022 een ongelooflijke inhaalslag gemaakt (in de tweede helft van 2022 is de reguliere taakstelling van 508 plekken gerealiseerd, plus daar bovenop nog eens 242 extra, red.). Van Texel tot Castricum en van Egmond tot Enkhuizen: alle gemeenten zijn tot het uiterste gegaan. Daarnaast zijn er twee crisisnoodopvanglocaties gekomen voor asielzoekers. Momenteel zijn dat Petten en Avenhorn. Tezamen bieden die ruimte aan 450 mensen. Dat aantal komt bovenop de 1200 asielzoekers die onze regio structureel al opvangt in Heerhugowaard en Den Helder.”

Mopperen

Ook in onze regio was het ‘lang shoppen’ voordat er een (tijdelijke) oplossing was voor de opvang van asielzoekers. Begrijpelijk, meent Marjan van Kampen. “Alle burgemeesters hebben hetzelfde proces doorgemaakt. Eerst mopperden we allemaal op het rijk, omdat alles zo ongelooflijk slecht was geregeld en er nooit sturing was geweest. We moesten op zoek naar huizen voor statushouders en er ís al woningnood. En nét toen we midden in de inhaalslag zaten, werd de stroom asielzoekers zo groot, dat elke veiligheidsregio aan 450 mensen crisisnoodopvang moest bieden. En toen moesten we íets.”

Kijkend naar het hier en nu heeft Noord-Holland Noord de zaken op orde, zegt ze. “Voor Oekraïense mensen is het goed geregeld – ook al weten we niet hoeveel er eventueel nog deze kant op komen als de situatie daar verslechtert. De opvang van statushouders is een wettelijke plicht en daar voldoen we aan. Maar als het gaat om een structurele oplossing voor asielzoekers, dan ligt er een ferme uitdaging. Overal in het land zijn de afgelopen weken en maanden voorzieningen voor crisisnoodopvang verdwenen of gesloten, maar de verwachting is dat de inkomende stroom mensen de komende maanden fors groeit. Ik maak me daar grote zorgen over.”

Dynamiek

Een extra moeilijkheid: in de situatie van een tijdelijke crisisnoodopvang heeft de burgemeester alleen zeggenschap. Maar gaat het om een meer structurele noodopvang of een asielzoekerscentrum, dan heeft de gemeenteraad ook een duit in het zakje te doen. Waar dat toe kan leiden, bleek onlangs in Alkmaar. Daar had het college een voorstel klaar om driehonderd asielzoekers onder te brengen in de voormalige gebouwen van de Belastingdienst, maar de gemeenteraad zette er een dikke streep doorheen. De kwestie stortte de stad zelfs in een bestuurscrisis.

Het onderstreept hoe delicaat het onderwerp is, zegt Marjan van Kampen. “Als burgemeester kun je nog zeggen: ik pak hierop door, het is noodzakelijk, klaar. Maar zodra het een zaak wordt voor de gemeenteraad, verandert de dynamiek. Je krijgt te maken met politieke standpunten. De publieke opinie speelt nadrukkelijker mee. Als er weerstand vanuit de bevolking is en kiezers zich verzetten, dan wordt de besluitvorming vele malen ingewikkelder.”

Spreidingswet

Ze is op dat punt dan ook uitgesproken voorstander van de Spreidingswet, aan de hand waarvan straks moet worden bepaald hoeveel asielzoekers elke gemeente moet opnemen. “Het grote voordeel: gelijke monniken, gelijke kappen”, zegt ze. “Gemeenten kunnen dan niet meer simpelweg weigeren. De Spreidingswet zou elke gemeente dwingen actief met dit vraagstuk aan de slag te gaan en – al dan niet in samenwerking met buur- of regiogemeenten – op zoek te gaan naar een oplossing. Ik hoop dat de wet er doorkomt.”

Zeker is dat op dit moment nog allerminst. De ministerraad kan zich in het huidige wetsontwerp vinden en ook in de Tweede Kamer tekent zich een meerderheid af voor het plan van VVD-staatssecretaris Eric van den Burg. Maar in de Eerste Kamer ligt die situatie beduidend anders, zeker na de éclatante verkiezingszege van de BoerBurgerBeweging (BBB) bij de laatste verkiezingen voor Provinciale Staten. Die krijgt – omdat Statenleden de leden van de Eerste Kamer kiezen – straks een bepalende stem in de Eerste Kamer. De BBB omschrijft de huidige Spreidingswet als ‘dwang’ en zegt die niet te steunen.

Politiek gezien worden de komende maanden dan ook best spannend, beaamt Marjan van Kampen. “Maar er is nu geen doorzettingsmacht en theoretisch kan dat blijven leiden tot situaties zoals we die in Alkmaar hebben gezien. Daar heeft niemand iets aan. Er is een ander soort mindset nodig. Het is mijn overtuiging dat deze wet daarbij kan helpen.”