“Het is een bizarre periode. Normaal gesproken praten we rond deze tijd als veiligheidsregio met gemeenteraadsleden over de resultaten in het afgelopen jaar en de plannen voor het komende. Dat kan nu niet, je kunt geen 150 mensen bij elkaar zetten. Daarom heb ik een uitgebreide videoboodschap opgenomen. Die gaat voor een groot deel over de coronacrisis. Ik vind het belangrijk ze op dat punt te informeren. Gemeenteraden zijn het hoogste lokale bestuursorgaan, maar staan door de noodverordeningen volledig aan de zijlijn.”

“Het is een van de voorbeelden waardoor deze periode in alles radicaal afwijkt van alles wat ik ken uit het verleden. Ik heb door de jaren meerdere grote rampen van nabij meegemaakt: de Bijlmerramp, de vuurwerkramp in Enschede, de nieuwjaarsbrand in Volendam, de Poldercrash op Schiphol. Steeds gold: het overkwam anderen, wij kwamen helpen, en daarna gingen we weer weg. Dat is nu niet zo.”

“Voor mij persoonlijk heeft deze periode een bijzondere dimensie gekregen doordat een van mijn vrienden ziek werd en in het ziekenhuis aan de zuurstof moest. Dat is ongekend confronterend. Ineens besef je: je bent zelf ook 60-plus, sportief en fit zijn is geen garantie dat je het niet krijgt en je kunt het ook zomaar niet redden. Als je pech hebt, ga je gewoon dood. Hij heeft het gered overigens – gelukkig.”

“Al even confronterend: mijn neef en schoondochter stonden vol in de vuurlinie, allebei als internist in opleiding. Midden in de crisis hingen ze aan de lijn, met nog voor een dag persoonlijke beschermingsmiddelen. De boodschap was helder: ‘Martin, help!’ En dan ben je lid van de centrale crisisstaf en word je gevraagd om hulp, maar moet je zeggen: sorry, ik kan niets doen. Ik was misschien wel in de positie om er iets aan te doen, maar er was gewoon onvoldoende voorraad en te weinig aanvoer. Dat hakt er echt wel in.”

“Mijn kinderen en kleinkinderen heb ik deze crisis alleen gesproken, niet gezien. Dat doet pijn, want natuurlijk wil je ze zien, maar het is een bewuste lijn die ik heb getrokken, net zoals ik er ook bewust voor heb gekozen mijn vader van 94 jaar elke week wél te blijven bezoeken. Want je kunt doodgaan aan een ziekte, maar ook sterven van eenzaamheid.”

“Werkinhoudelijk beleef ik deze periode vanaf twee verschillende kanten. Enerzijds maak ik deel uit van de regionale crisisstaf, waarin we specifiek overleggen over de situatie in ons gebied. Wat gaat goed? Wat niet? Moeten we maatregelen aanscherpen? Anderzijds neem ik deel aan het Regionaal Overleg Acute Zorgketen Noord-Holland – Flevoland (ROAZ, red.), waarin wekenlang dagelijks zeer intensief is overlegd over alle vraagstukken en uitdagingen in de zorg. Ik was zeer vereerd dat ik erbij werd gevraagd en ben dankbaar dat ik vanuit mijn oorspronkelijke vak als medicus iets kon bijdragen. Het is bij elkaar ongelooflijk hard werken, nog steeds, maar het geeft ook energie en veel voldoening.”

“Onze regionale aanpak heeft gewerkt. We hebben met succes een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en mensen hebben zich over het algemeen keurig aan de maatregelen gehouden. Nu we de touwtjes laten vieren, is extra waakzaamheid geboden. We moeten heel erg op onze tellen passen. Iedereen is dit zat en wil terug naar het oude leven, maar dat kan langdurig niet. We moeten als samenleving echt op zoek naar een nieuwe balans.”

“Nu de acute druk beetje bij beetje afneemt, heb ik zelf het gevoel alsof ik anderhalf jaar op wereldreis ben geweest. Alles van voor de coronacrisis lijkt van lang, lang geleden. ‘Hoe zat het ook alweer?’, denk ik dan. Veel zaken heb ik letterlijk naar de achtergrond gedrongen. Ik hoor hetzelfde van anderen en dat vind ik veelzeggend. Voor de Engelsen staan de afkortingen BC en AC al eeuwenlang voor Before Christ en After Christ. Voor mij staan ze voor Before Corona en After Corona. Want ‘voor’ en ‘na’ geldt in mijn beleving ook letterlijk. Dit is écht een onvoorstelbare tijdmarkering.”