“De coronacrisis heeft veel consequenties. We hebben te maken met een zeer kwetsbare doelgroep: ouderen. Mensen met de ziekte dementie kun je vertellen dat ze het virus bij zich dragen of dat ze voorzichtig moeten zijn, omdat een besmetting is geconstateerd, maar als ze zich verder niet ziek voelen, dan zijn ze dat vijf minuten later weer vergeten. Dan gaan ze gewoon weer aan de wandel.”

“Ondanks alle getroffen voorzorgsmaatregelen en zorgvuldigheid hebben we op dit moment een uitbraak op de afdeling. Medewerkers zowel als bewoners zijn positief getest. Dat is heftig en heeft veel impact. We moeten ons al aan veel richtlijnen en protocollen houden en daar komt die belasting in zowel geestelijk als lichamelijk opzicht bij. We leveren elke dag zorg op IC-niveau. Dat liegt er fysiek niet om. Tegelijkertijd speelt in ons achterhoofd dat door dit virus zomaar de helft van een afdeling kan komen te overlijden. We hebben tot nu toe geen bewoners aan corona verloren, maar elders is dat wel gebeurd en het kan ook ons overkomen. Dat maakt het ook geestelijk zwaar.”

“Tijdens de eerste uitbraak voor de zomer zijn we als verpleeghuis volledig in lockdown gegaan. Omdat nadien uit evaluaties bleek dat bewoners, familie en mantelzorgers hun dierbaren enorm hadden gemist, hebben we dat nu niet gedaan en hebben we gekozen voor compartimentering. De afdeling is in tweeën gedeeld om alles beter te kunnen overzien en waar nodig te kunnen anticiperen. In het quarantainegedeelte werken onze medewerkers volgens de richtlijnen die het RIVM voorschrijft: ze dragen een uniformjasje met daar overheen een schort met lange mouwen, een chirurgisch mondmasker, handschoenen en een beschermbril of face-shield. Op die afdeling staan we maximaal eenmaal per dag één bezoeker toe. Op andere afdelingen is dat tweemaal per dag twee bezoekers.”

“Wie hier op dit moment een familielid bezoekt, moet daarna tien dagen in quarantaine. Dat is onvermijdelijk. Het virus waart rond en we kunnen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet garanderen dat iemand het niet krijgt. Wel proberen we de risico’s te minimaliseren. Bezoekers worden ontvangen door een gastvrouw, desinfecteren bij binnenkomst hun handen en krijgen het verzoek een mondkapje op te doen. Op digitale zuilen kunnen ze hun gegevens invoeren, waarna ze de uitgezette routes volgen: roze voetstappen voor de route heen, groene voor de route terug. We leiden ze zo snel mogelijk naar de kamer waar ze moeten zijn. Vlak voor de afdeling kunnen ze koffie of thee pakken en dat meenemen.”

“Familieleden vinden het momenteel moeilijk om op bezoek te komen. We houden ze daarom extra goed op de hoogte. Ze kunnen meelezen in ons elektronisch cliëntendossier en we zorgen dat ze kunnen beeldbellen met onze bewoners. Daar zit altijd iemand van ons bij, om het gesprek waar nodig te begeleiden en om extra vragen te beantwoorden. Zo’n moment is ook altijd een goede gelegenheid iemand kort bij te praten.”

“Binnen SAMEN is een intern Corona Team operationeel, dat alle vragen uit de organisatie beantwoordt en intern en extern communiceert naar medewerkers en mantelzorgers. Daarnaast hebben we een speciaal uitbraakteam, dat bijeenkomt als er een uitbraak is. Het team bekijkt de stand van zaken en coördineert het interne testprogramma in onze eigen teststraat. Wie COVID-gerelateerde klachten of symptomen heeft, meldt zich via het Corona Team voor een test en gaat daarna naar huis. Weer aan het werk kan als alle klachten weg zijn, zoals de richtlijnen voorschrijven.”

“Onze bewoners hebben behalve intensieve zorg warme zorg nodig. Dat betekent voor ons dat we moeten denken in mogelijkheden en vooral maatwerk moeten leveren. Dat verliezen we geen moment uit het oog. Tegelijkertijd staan wij voor duidelijke richtlijnen en heldere communicatie in de richting van bewoners, bezoekers en verzorgend personeel. We zitten er kort op en dat moet. Zo proberen we een omgeving te creëren die maximale veiligheid biedt en waarin we de continuïteit van zorg kunnen waarborgen.”

“Persoonlijk vind ik dit een even bizar als onwerkelijk jaar, vol spanningen. Ben ik op gezette tijden bang geweest voor wat kon gebeuren met onze bewoners en medewerkers? Zeker. Af en toe nog zelfs. Aan de andere kant heb ik gemerkt dat een periode als deze veel losmaakt en voor verbondenheid zorgt. We zijn dichter bij elkaar komen te staan en willen er met elkaar echt voor gaan. Het is topsport voor iedereen die hier werkt, het vraagt van iedereen veel, maar er staat gelukkig ook veel moois tegenover.”