Samen met collega Marit Gieling bezoekt Mark gastgezinnen en vluchtelingen in Koggenland. “We maken kennis, beantwoorden vragen en kijken of we dingen voor de vluchteling of het gastgezin kunnen regelen. Het is voor iedereen onzeker hoe lang het gaat duren. In sommige situaties is het fijn om contact te houden.”

De vragen die vluchtelingen hebben, gaan in het begin vooral over leefgeld. Mark: “Mensen hebben eerst zo’n drie weken nodig om te landen. Daarna begint het te wringen. Zij zijn altijd zelfstandig geweest en moeten nu hun hand op houden. Dat vinden zij niet prettig. Een deel wil aan het werk. Sommigen zijn zelfs al aan het werk. Bij een bloemenkweker bijvoorbeeld. En laatst sprak ik een elektricien die een medewerker zocht. Ik kende een vluchteling die precies dat werk kon doen. De match was snel gemaakt. Voor elke situatie kijken we wat mogelijk is.” 

Afbeelding van Mark van Pagee
Mark van Pagee

Juiste weg

Zijn functie als casemanager en maatschappelijk werker is met de komst van de vluchtelingen nog afwisselender geworden. En het is deels veranderd. “Ook hier heb ik te maken met geld- of huisvestingsproblemen en psychosociale zaken. De eerste groep vluchtelingen die bij de gastgezinnen zijn opgevangen, zijn aan het begin van de oorlog hun land ontvlucht en lijken daardoor minder getraumatiseerd. Maar ik verwacht dat dit met nieuwe groepen anders kan zijn. Zij komen uit oorlogsgebied en zullen vaker psychische klachten hebben.”

Zijn taak als casemanager is om de mensen de juiste weg te wijzen. “En we blijven monitoren.”

De vluchtelingen zijn op zoek naar een daginvulling, willen zich inzetten voor anderen of zelf iets organiseren. “Wij kijken waarin wij hen kunnen faciliteren of welke andere organisaties we kunnen inzetten om hen verder te helpen: kerken, het vrijwilligerspunt, enzovoorts. Elke vraag biedt een nieuwe uitdaging.”

Anders organiseren

Sinds kort heeft Koggenland een grootschaligere opvang in Scharwoude, waar Mark ook als casemanager actief is. “Op zo’n grote locatie zullen we het werk weer anders organiseren. Ik denk dat we daar meer fysiek aanwezig zullen zijn. Dat moet zich nog uitwijzen. Op dit moment vangen we drie gezinnen op, maar we verwachten dat er meer mensen komen. Er is plek voor honderdvijftig vluchtelingen.”

Hij noemt het verbazingwekkend hoe snel de eigenaar van het pand in samenwerking met Stichting Belangengroep Scharwoude en de gemeente het gebouw geschikt hebben gemaakt voor de opvang van de vluchtelingen.  “Alle kamers zijn ingericht en huiselijk gemaakt, wat een heel welkom gevoel geeft. Ik ben benieuwd hoe het is als er straks grotere groepen vluchtelingen wonen. Je denkt al snel dat mensen graag hun privacy willen hebben, maar misschien willen zij juist heel graag samen dingen doen. De ervaring gaat ons leren waar we tegenaan lopen en wat verder nog nodig is. We zijn met z’n allen creatief genoeg om daarnaar te handelen.”