Anna Tchaplia werkt sinds augustus 2022 via uitzendbureau Driessen in de crisisnoodopvang voor asielzoekers in Noord-Holland Noord. “In het begin was er nog weinig structuur. Het was niet duidelijk wat ik precies kon doen: schoonmaken, kleding verstrekken of eten uitdelen. Ideeën waren welkom. De eerste tijd heb ik me voornamelijk op de kinderen gericht. Ik ging met ze knutselen, buiten spelen of ik hield toezicht bij het gebruik van de fietsen. Ik zag dat sommige kinderen weinig aandacht kregen van hun ouders. Daarom wilde ik hen bezig houden. Bovendien ben ik zelf ook een stuiterbal. Ik kan in dit werk mijn energie heel goed kwijt. Mijn inzet wordt gewaardeerd en de ouders gaan ook steeds meer meedoen. Als kinderen blij worden, gaan anderen kijken waar je mee bezig bent. Al snel ontstaat er dan een lekkere sfeer.”

Anna Tchaplia, host CNO
Host Anna Tchaplia

Maximale resultaat

Inmiddels zet Tchaplia zich al zo’n negen maanden op de crisisnoodopvang in. Zij maakte vier verhuizingen mee: van Heiloo naar Alkmaar, naar Bergen, naar Enkhuizen en naar de huidige locatie in Avenhorn. “Het maakt mij niet uit”, vertelt zij, “maar de verhuizingen zijn voor de bewoners wel heel spannend. Zij zien er tegenop. Zij hebben bijvoorbeeld zorgen of zij op een nieuwe locatie wel wat te doen hebben, of het ver weg is van een supermarkt, of het goed bereikbaar is. Dat is heel begrijpelijk.”

“Wat ik heel tof en waardevol vind”, vervolgt zij, “is dat ik al zolang met locatiemanagers, beveiligers en andere collega’s samenwerk dat we precies weten wat we aan elkaar hebben. Ik krijg best veel vrijheid om de dingen te doen die ik bedenk. Daarbij probeer ik met minimale middelen het maximale resultaat te behalen. Op de locatie in Bergen gingen we van een hele warme zomer naar een behoorlijk koude herfst. Toen heb ik gevraagd of het goed was om via verschillende kanalen winterkleding in te zamelen. De kinderen hadden pyjama’s nodig en er was gebrek aan warme jassen en dergelijke. Dat was goed, maar dan moest ik het wel zelf organiseren, want de managers hebben daar echt geen tijd voor. Via Facebook en Marktplaats hebben we toen kleding ingezameld. Ook heb ik de moskee benaderd. We kregen twee containers vol kleding en er kwam steeds meer. Ik heb bij de containers gestaan om kleding uit te zoeken, te laten wassen en passen. Het was gaaf om te zien hoeveel mensen betrokken waren en graag anderen wilden helpen. Soms hebben mensen vooroordelen, maar als zij eenmaal onze bewoners hebben ontmoet en zien in welke omstandigheden zij leven, dan verandert dat.”

Betrokken inwoners

Ook in Avenhorn zijn de inwoners betrokken. “De één brengt takken voor versiering, de ander komt eitjes brengen of bloembollen.”

Een recent idee dat de host nu in uitvoering brengt, is het aanleggen van een moestuin. “We zitten hier wat afgelegen. Daarom moeten we meer aandacht besteden aan dagbesteding. Een moestuintje is een mooie bezigheid voor de volwassenen.”

Zij is enthousiast over alle vrijwilligers die in hun vrije tijd komen chauffeuren, wandelen of knutselen op de crisisnoodopvang en over donaties die de crisisnoodopvang soms krijgt voor activiteiten. “Ik zie heel veel goede initiatieven”, zegt de host. “Scholen die rugzakjes met spullen brengen, kinderen die speelgoed bij ons afgeven, inwoners die kleding doneren. Ik zie ook hoe blij onze bewoners ermee zijn. We hebben bijvoorbeeld ook banken en tapijt gekregen. Zo konden we de ruimtes iets gezelliger maken. In het begin was het zo kaal. Kijk”, legt zij uit, “wij gaan lekker aan het einde van dag naar huis toe, met onze eigen bank, douche en televisie. Dat hebben de mensen hier niet. Het is geen gevangenis, maar het is ook niet ideaal. Ik wil zo goed mogelijk voor onze bewoners zorgen en hen een gevoel van thuis en veiligheid geven.”

Prikkels

Hoe zij de toekomst ziet, vindt de medewerkster een lastige vraag. “In Avenhorn mogen we in ieder geval tot 1 november blijven. Tot die tijd gaan we er zeker nog iets leuks van maken.”

Zij verwacht dat het werk nog een tijd doorgaat. “Ik hoop voor onze bewoners dat zij niet nog jarenlang in deze omstandigheden moeten leven. En dan hebben ze het bij ons nog goed. Maar het blijft crisisopvang en sommigen zijn al negen maanden bij ons. Ik hoor veel van hun verhalen en soms is dat best moeilijk. Maar ik heb ook geleerd ermee om te gaan. Het werk kost me veel energie - ik krijg heel wat prikkels op een dag - maar ik krijg er ook veel energie van. De dankbaarheid die ik van de mensen ontvang, is mijn grootste drijfveer. Zolang als de veiligheidsregio met crisisnoodopvang doorgaat, hoop ik dit werk te kunnen blijven doen.”