Miriam: “De eerste drie dagen dat ik hier aan de slag ging heb ik alleen maar gehuild toen ik thuiskwam. Ze hadden hier nog zo weinig, het was schrijnend. Nu is er veel meer geregeld. Als er vrijwilligers zijn, kunnen de kinderen lekker spelen. Nu ga ik hier aan het einde van een activiteit met een goed en dankbaar gevoel weg. Een vrijwilliger kan op een dag het verschil maken voor deze kinderen. Het schilderen van vandaag heb ik zelf bedacht en georganiseerd. Het loopt nu als een trein. Dat geeft energie.”

Ondertussen is vrijwilliger Chris bezig met het plakken van de band van een kinderfietsje. Dat is hard nodig, want alle kinderen willen fietsen, maar er zijn niet genoeg fietsjes. Ze moeten leren om het beschikbaar gestelde speelgoed te delen. Dat is ook de reden waarom de vrijwilligers erbij moeten zijn als ze het speelgoed gebruiken. Elke activiteit moet in goede banen geleid worden. Al het speelgoed is van iedereen en tegelijkertijd dus ook van niemand.

Vrijwilliger Miriam met een asielzoeker
Links vrijwilliger Miriam

Chris: “Ik ben zes jaar geleden begonnen met vrijwilligerswerk omdat ik het arbeidsproces vervroegd heb verlaten. Ik wilde me evengoed nuttig maken. Dit werk hier op de crisisnoodopvang voelt meer dan nuttig. Je ziet de kinderen blij worden en onbezorgd spelen. Maar als er geen vrijwilligers zijn kan de speelruimte dus ook niet open. Bij dat idee bloedt je hart.”