“Hannah is afgelopen augustus met haar vriendin naar Engeland verhuisd om daar te wonen en te studeren. Ze had daarvoor al twee jaar lang in Zwitserland gewoond en gestudeerd. Elkaar zien was toen nooit een probleem. In de schoolvakanties zochten we elkaar altijd op, maar dat kan nu al een hele tijd niet. Ik zou in de herfstvakantie die kant op, maar toen hanteerden de Engelsen strenge inreisbeperkingen voor Nederlanders. En vlak voor de Kerstvakantie dook de Engelse mutant van het virus op, waardoor haar vlucht ineens werd geschrapt. Had ze een vlucht eerder gepakt, dan had ze hier met Kerst gezeten.”

“Het is elke keer een teleurstelling en domper op domper, vooral voor haar. Ze is daar een nieuwe studie begonnen, maar de lessen zijn als gevolg van de lockdown online en ze heeft door de strenge regels amper mogelijkheden medestudenten te leren kennen. Ze kan er geen sociaal leven opbouwen en geen normaal studentenleven leiden. Bar en boos. Natuurlijk heeft ze haar vriendin en beeldbellen we met elkaar, maar dat is toch anders. Daarom doen we hier wat we kunnen als het aankomt op het volgen van de maatregelen. Ook al zit zij daar, we stellen ons op het standpunt dat alle kleine beetjes helpen.”

“Natuurlijk doen we het niet alleen voor haar. Onze twee jongens van 20 en 22 jaar studeren aan het hbo en volgen ook alleen online colleges. Een volgt in Groningen een opleiding tot docent en heeft nu zelfs te maken met online stages. Zelf doe ik een master in Groningen en die is ook volledig online. Aan een kant mogen we blij zijn dat het op deze manier kan, aan de andere kant blijft het een noodoplossing. Het is niet zoals we het zijn gewend en niet zoals het is bedoeld. Ik zie het aan de jongens, ik voel het zelf ook.”

“Mijn werk als docent aan de Berger Scholengemeenschap wordt door de omstandigheden ook sterk beïnvloed. Tot vorige week hadden we de examenklassen nog op school, maar op mavo 4 na is dat nu ook voorbij. Alles gebeurt online. Voor een rustig vwo-cluster met tien leerlingen is dat nog wel te doen, maar voor een havo-klas met 30 stuiterende pubers wordt dat een ander verhaal. Je hebt geen overzicht, kunt niet corrigeren en ik merk aan het einde van de dag ook aan mezelf dat ik veel vermoeider ben dan normaal. Ik mis bovendien het directe contact met leerlingen en zij hebben elkaar ook nodig. Ook om al die redenen zeg ik: laten we alles in het werk stellen om zo snel mogelijk terug naar normaal te kunnen.”

“Om mijn eigen gezondheid maak ik me niet zoveel zorgen. Sommige van mijn collega’s, vooral de oudere, doen dat wel. Ik begrijp dat – en ook dat is voor mij een reden zo zorgvuldig en consequent mogelijk te zijn als het aankomt op het volgen van de regels. Ik leg mezelf om die reden ook beperkingen op. Ik ga al maandenlang niet of nauwelijks bij mijn ouders en schoonouders op bezoek, omdat ik mijzelf als risicofactor beschouw door het contact – hoe beperkt ook – dat ik met leerlingen heb. Het zijn mensen op leeftijd, ik vind dat te riskant.”

“Dat er opnieuw een pakket met strengere maatregelen is aangekondigd: het zij zo. Natuurlijk is het slikken, maar bij mij overheerst toch het idee dat we het nu beter goed kunnen doen om het virus eronder te krijgen dan dat we maanden blijven kwakkelen met net-niet maatregelen die onvoldoende effect hebben.”

“Hannah en ik hebben onze hoop gevestigd op komende zomer. Daar stellen we ons op in, elke week die het eerder wordt, is meegenomen. Tot het zover is, blijven we beeldbellen. Haar vriendin werkt en is overdag weg en door de strenge lockdown komt ze niet toe aan veel meer dan een rondje hardlopen en wat boodschappen doen. Het is in niets te vergelijken met wat ze zich er vooraf van had voorgesteld. Ze heeft het vooral heel saai. Daarom zorgen we dat we ongeveer om de dag contact hebben. Even lekker ongedwongen kletsen. Het is niet zoals ik het graag zou zien, maar het helpt haar en daar gaat het mij om.”