In het begin werd vanuit de doorstroomlocatie in Alkmaar gekeken waar in de regio de vluchtelingen onderdak konden krijgen. “Vrijwel meteen na de taakstelling vanuit de overheid hadden we voldoende plek voor de vluchtelingen. Dat kwam door de goede samenwerking van de burgemeesters, maar ook met de ambtenaren en de partners”, aldus directeur Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Krishna Taneja. “Met elkaar hebben we de opvang meteen snel en goed georganiseerd. We zijn er vaardig in geworden. Het is fijn dat we als regio deze mensen een veilige plek aan kunnen bieden.”

Zowel Anja Schouten als Krishna Taneja zijn geraakt door alle verhalen van de vluchtelingen: “De verhalen die we hoorden, deden ons beseffen hoe erg het allemaal was. Daarom was de steun vanuit de samenleving zo hartverwarmend”, aldus Taneja. “Er was in onze regio veel energie om te helpen. De vluchtelingen konden niet alleen op praktische maar ook op morele steun rekenen.”

“We dachten dat het een korte oorlog zou worden”, vult Schouten aan. “Nu zijn we ons ervan bewust dat het langer gaat duren. Gemeenten richten zich daarop in. De vluchtelingen uit Oekraïne moeten zoveel mogelijk weer hun eigen leven kunnen leiden, met hun eigen ritme. Zij moeten de kans krijgen deel uit te maken van de samenleving.”