Begin oktober. Een doodgewone, doordeweekse ochtend op de doorstroomlocatie. Buiten is het voor de tijd van het jaar aangenaam zacht. Op een plaatsje achter het pand waarin voorheen een ingenieursbureau was gevestigd, zitten drie Oekraïense vrouwen aan een tafel. Ze roken een sigaretje, praten, hun stemmen nagenoeg onhoorbaar. Over en weer gebaren, af te toe een glimlach. Maar de ogen lachen niet; die staan bezorgd en onzeker. Helemaal als tussen het praten door stiltes vallen. Het is een vertrouwd tafereel voor Paul Bijlsma, in het verleden als accountmanager actief in binnen- en buitenland en sinds half mei gedetacheerd bij de veiligheidsregio.

Paul Bijlsma voor zijn laptop
Paul Bijlsma

Persoonlijke motieven waren voor hem een belangrijke drijfveer om een “korte, maar heel duidelijke” sollicitatiebrief te schrijven toen de functies in de opvang beschikbaar kwamen. “Ik ben in het verleden door mijn werk regelmatig in Oekraïne geweest en ken er redelijk wat mensen. Ik vind het nog altijd heel schokkend wat er gebeurt – om maar eens een understatement te gebruiken. Het voelde goed op deze manier een steentje bij te dragen. Nog steeds.”

Kiezen of delen

Op de doorstroomlocatie – capaciteit twintig bedden - is het een komen en gaan van mensen. “Eerder vanmorgen waren er zeven vluchtelingen, nu zijn het er nog vijf. Vanmiddag kunnen dat er twee zijn, maar net zo goed negen”, zegt Paul Bijlsma. “Het is hollen of stilstaan. Zodra mensen binnenlopen, gaan wij communiceren met de gemeenten in Noord-Holland Noord of het landelijk coördinatiepunt om te kijken of en waar opvangplekken voor langere duur beschikbaar zijn. Dat is onze taak: zorgen dat de mensen zo snel mogelijk doorstromen.”

Punt van zorg: de opvangplekken raken op. “De regio zit zo goed als vol – overigens een landelijk probleem. De gemeenten hebben hun uiterste best gedaan en bergen werk verzet, maar de rek is er langzaam maar zeker uit. We regelen opvang en proberen daarbij opvang te vinden die bij de behoeften past. Maar de behoeften zijn overal vergelijkbaar. En op een gegeven moment is het voor deze mensen kiezen of delen in waar zij naartoe gaan.”

Dat laatste geeft hij – in vriendelijker termen – ook mee aan vluchtelingen zelf. “Sommigen zijn oprecht teleurgesteld als bijvoorbeeld blijkt dat ze een woning moeten delen met anderen. We zijn zo begripvol mogelijk, maar we kunnen daaraan niets veranderen. We bieden een dak boven hun hoofd, een bed, een hap eten en vooral een veilige plek. Voor wie wil, is er daarnaast relatief snel werk. Maar ze hebben het te doen met de plek die ze wordt aangeboden.”

Altijd dankbaarheid

Door de teleurstelling heen is er wél altijd dankbaarheid, benadrukt hij. “Sommige mensen zijn behoorlijk getraumatiseerd. Voor die groep is veiligheid en geborgenheid van groot belang. Het is fijn als je je over hen kunt ontfermen, hen kunt helpen aan een plek waar ze op adem kunnen komen, in alle rust kunnen beginnen met verwerken. Daarnaast is de opvang bij ons vergeleken met veel andere Europese landen subliem. Dat weten ze ook, ze hebben allemaal wel vrienden of familie in andere landen zitten. Of ze komen juist hierheen, omdat ze horen dat het hier beter is.”

De afgelopen maanden werd het langzaam maar zeker wat rustiger op de HUB. Maar nu de Russen militair in het defensief zijn en de retoriek van Poetin scherper van toon wordt, zwelt de stroom vluchtelingen langzaam weer aan, constateert hij. “Het is niet zo dat we een explosieve toename zien, maar we hebben wel degelijk weer meer aanloop. In die zin wordt de komende periode spannend. We kunnen er op dit moment alleen maar het beste van hopen. Deze mensen zijn op de vlucht voor een oorlog bij ons om de hoek. Die wil je niet de deur hoeven wijzen, maar helpen.”

De doorstroomlocatie in Alkmaar is per 19 oktober in de wachtstand gezet en wordt niet meer bemenst. Op het moment dat het nodig is om in de regio meer vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, kan de ruimte snel weer als doorstroomlocatie beschikbaar zijn.